HOME  / ONLINE PRODUCTENNextendum Nieuws / Nieuwsbericht

Wijziging box-3-heffing over spaargeld op komst

Op dit moment wordt ervan uitgegaan dat het vermogen waarover u belasting moet betalen voor een bepaald deel uit beleggingen bestaat. Ook als dat feitelijk niet zo is en uw hele vermogen alleen uit spaargeld bestaat. Hoe groter uw vermogen nu is, des te meer rendement u geacht wordt te maken en dus hoe meer box-3-heffing u moet betalen. Maar bestaat uw vermogen alleen uit spaargeld, dan maakt u vaak veel minder rendement dan u geacht wordt te maken. Het kan zelfs zo zijn dat u meer belasting moet betalen dan u werkelijk aan rente heeft genoten. De redelijkheid hiervan staat al jaren ter discussie. Maar nu lijkt er echt verandering te komen in dit systeem van box 3. Het betreft geen voorstel dat al is opgenomen bij de Belastingenplannen 2020, maar de aangekondigde verandering is wel dusdanig concreet om daar nu alvast kennis van te nemen.

Wat gaat er veranderen?

Staatssecretaris Snel heeft voorgesteld om voortaan voor de box-3-heffing meer aan te sluiten bij de werkelijke verhouding tussen spaargeld, beleggingen en schulden. Hij stelt voor om over om voor elk van deze categorieën een vooraf vastgestelde rente te berekenen die zoveel als mogelijk aansluit bij de werkelijke rente. Op dit moment zou die rente voor spaargeld 0,09% bedragen. Het forfaitair rendement over de overige bezittingen (beleggingen genoemd) zal dan ongeveer 5,33% bedragen. Voor schulden wordt eveneens gerekend met een gemiddeld rentepercentage. Dat zou nu 3,03% bedragen.

In het nieuwe stelsel blijft evenals dat nu het geval is een drempel gelden van € 30.000 (het huidige heffingvrij vermogen). De kleine spaarder/belegger blijft dus ook met het nieuwe systeem buiten de box-3-heffing. Als het vermogen van de belastingplichtige hoger is dan dit drempelbedrag wordt gekeken naar de verdeling tussen spaargeld, beleggingen en schulden. Op het uit de berekening volgende inkomen wordt nog een heffingvrij inkomen van € 400 in aanmerking genomen. Een belastingplichtige die onder het nieuwe stelsel alleen spaargeld heeft zou volgens de voorlopige berekeningen over de eerste € 440.000 (€ 880.000 voor partners) spaargeld geen belasting zijn verschuldigd. Maar bent u een grotere belegger met bijvoorbeeld een effectenportefeuille, een tweede woning of vastgoed? In dat geval valt het nieuwe systeem waarschijnlijk in uw nadeel uit.

Nu wordt u het voorgestelde forfaitair rendement op beleggingen pas geacht te maken bij een vermogen van ongeveer € 1 miljoen. Heeft u naast ander vermogen ook nog schulden – bijvoorbeeld uw tweede woning aangekocht met een evenzo grote lening -, dan gaat u in het nieuwe systeem belasting betalen in box 3, terwijl u daarover nu geen box-3-heffing betaalt. Op de beleggingen wordt immers een forfaitair rendement van 5,33% berekend, terwijl met betrekking tot de schulden slechts een rente van 3,03% in aanmerking wordt genomen.

Het tarief van de box-3-heffing wordt overigens verhoogd van 30% naar 33%.

Vergelijking huidig stelsel met het voorgestelde systeem

Box 3 nu Box 3 straks
Vermogen (bezittingen min schulden)

– minder dan heffingvrij vermogen € 30.846: geen box 3

– meer dan heffingvrij vermogen € 30.846:

wel box 3 (over het vermogen voor zover meer dan € 30.846)

Bezittingen

– minder dan drempel van € 30.846:

geen box 3

– meer dan drempel van € 30.846:

wel box 3 (over het volledige vermogen)

Forfaitair rendement over rendementsgrondslag (vermogen min heffingvrij vermogen € 30.846):

a) van € 0 t/m € 72.797: 1,80%

b) van € 72.797 t/m € 1.005.572: 4,22%

c) meer dan € 1.005.572: 5,33%

a + b + c = rendement box 3

Forfaitair rendement over vermogen:

a) waarde van al het spaargeld: 0,09%

b) waarde overige bezittingen: 5,33%

c) waarde schulden: 3,03%

a + b – c = inkomen box 3 (minimaal nihil)9

Rendement box 3 = belastbaar inkomen box 3 Inkomen box 3 min heffingvrij inkomen = belastbaar inkomen 3
Tarief: 30% Tarief: 33%
Peildatumarbitrage binnen box 3: niet mogelijk Peildatumarbitrage binnen box 3: ontmoedigd met wetgeving

Bron:Kamerbrief staatssecretaris van Financiën 6 september 2019

Wanneer?

Het nieuwe systeem is dus vooral gunstig voor spaarders die nu te veel box-3-heffing betalen.  Zij moeten nog wel even geduld hebben, want het voorstel van staatssecretaris Snel wordt eerst uitgewerkt in een wetsvoorstel dat voor de zomer van 2020 naar de Tweede Kamer zal worden gestuurd. Als de Eerste en de Tweede Kamer het wetsvoorstel eind 2020 hebben aangenomen, krijgt de Belastingdienst een jaar de tijd om de structuurwijziging in box 3 door te voeren. Het nieuwe systeem kan dan op 1 januari 2022 in werking treden.

mr. E. (Bert) Alink RB
belastingadviseur

06 20 74 59 26
e.alink@extendum.nl

iOS touchscreen gebruikers: Voor delen 2 keer tikken