HOME / ONLINE PRODUCTEN / Nextendum Nieuws / Nieuwsbericht
Vaststellingsovereenkomst. Wanneer wel en wanneer niet?
De oplossing voor onenigheid, bijvoorbeeld met een werknemer of geldschieter, wordt vaak in een vaststellingsovereenkomst neergelegd. Partijen spreken daarin af hoe zij de kwestie oplossen. Zij accepteren daarbij ook dat de rechter hun onenigheid misschien op een andere manier zou hebben opgelost. Ze zijn gebonden aan wat ze in de vaststellingsovereenkomst hebben afgesproken, ook als dat in strijd is met het dwingend recht. Werkgever en werknemer kunnen in een vaststellingsovereenkomst bijvoorbeeld vastleggen dat de arbeidsovereenkomst eindigt op een bepaalde datum en dat de werknemer recht krijgt op een vergoeding, terwijl de rechter de arbeidsovereenkomst misschien niet zou laten eindigen. De onenigheid over het voortduren van de arbeidsovereenkomst wordt dan vervangen door het beëindigen van die arbeidsovereenkomst middels de vaststellingsovereenkomst.
Een vaststellingsovereenkomst kan ook gebruikt worden om onzekerheid te voorkomen, bijvoorbeeld over de uitleg van een CAO bepaling. Een werknemer kan door het tekenen van een vaststellingsovereenkomst afstand doen van een recht dat hij misschien heeft op basis van een toepasselijke CAO, bijvoorbeeld omdat partijen daarbij ook vastleggen dat de werknemer recht krijgt op compensatie middels een andere regeling. De onzekerheid over de uitleg van de CAO-bepaling wordt dan vervangen door hetgeen in de vaststellingsovereenkomst is bepaald.
Als de wet of de CAO zeer duidelijk is, bijvoorbeeld over het ontstaan van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd, biedt een vaststellingsovereenkomst geen oplossing. Alleen bij onenigheid of onzekerheid kan in een vaststellingsovereenkomst van het recht worden afgeweken.
iOS touchscreen gebruikers: Voor delen 2 keer tikken