Reiskosten bij tijdelijk verblijf

Een werkgever kan aan zijn werknemers een onbelaste vergoeding toekennen voor de reiskosten die de werknemer moet maken voor zijn woon-werkverkeer. Onder woon-werkverkeer wordt verstaan: het binnen een tijdsbestek van 24 uur zowel heen als terug reizen tussen de woning of verblijfplaats en de plaats of plaatsen van arbeid.

Tijdelijk verblijf in vakantiehuis of op camping

In de praktijk zal een werknemer doorgaans vanuit zijn woonplaats naar zijn werk reizen. Toch komt regelmatig de vraag op of de onbelaste vergoeding ook kan worden verstrekt in het geval de werknemer beschikt over een vakantiehuisje of een vaste plaats op een camping en in het weekend niet naar zijn woning, maar naar het huisje of de camping reist. Hetzelfde geldt voor de situatie waarin de werknemer voor een langere periode in het huisje of op de camping verblijft en van daaruit naar het werk reist.

Recent heeft een kennisgroep van de Belastingdienst een standpunt ingenomen met betrekking tot deze vragen. De kennisgroep komt tot de conclusie dat de reizen van de arbeidsplaats naar camping of vakantiehuisje en vice versa niet onbelast kunnen worden vergoed. Het doel van de reis is naar het oordeel van de kennisgroep niet zakelijk, maar ligt in de privésfeer.

Bij langer verblijf in het vakantiehuisje of op de camping kan het zo zijn dat het huisje of de camping kan worden aangemerkt als verblijfplaats van de werknemer. In dat geval kunnen de reiskosten wel onbelast worden vergoed.

Redelijkheidseis

Om de reiskosten tussen de arbeidsplaats en de verblijfplaats onbelast te kunnen verstrekken moet wel worden voldaan aan de redelijkheidseis.

De werkgever moet aannemelijk maken dat de vergoeding binnen de perken der redelijkheid ter wille van een behoorlijke vervulling van de dienstbetrekking is gedaan. Dit is mogelijk niet het geval als een werknemer zijn woonplaats verlegt naar een plaats die veel verder weg ligt van zijn plaats van werkzaamheden en deze keuze overwegend is ingegeven door persoonlijke argumenten. Toepassing van de redelijkheidstoets staat ter beoordeling van de inspecteur.

Heeft u naar aanleiding van dit artikel nog vragen of opmerkingen? Neemt u dan contact met ons op.
(bron: Belastingdienst)