HOME / ONLINE PRODUCTEN / Nextendum Nieuws / Nieuwsbericht
Hoe kan de huurder zich verzetten tegen de ontruiming van een bedrijfspand?
12-10-2021 | Dat particuliere huurders in Nederland huurbescherming hebben, weten de meeste mensen wel. Maar wist u dat ook huurders van een bedrijfspand door de wet beschermd worden tegen ontruiming? Dit staat in artikel 7:230a Burgerlijk Wetboek. Als de verhuurder van een bedrijfspand de huurovereenkomst opzegt, kan de huurder zich vrij makkelijk tegen ontruiming verzetten.
Verzoekschrift voor verlenging ontruimingstermijn
In ieder geval heeft de huurder een termijn van twee maanden ná de ontruimingsdatum, waarbinnen hij een verzoekschrift kan indienen voor verlenging van de ontruimingstermijn. Keurt de rechter het verzoek goed, dan kan hij de ontruimingstermijn met telkens een jaar verlengen, voor maximaal drie jaar. Bij een dergelijk verzoek weegt de rechter de belangen van verhuurder en huurder tegen elkaar af. Maar ook als de rechter de verhuurder gelijk geeft en de huurder moet alsnog ontruimen, heeft de huurder door het indienen van het verzoekschrift de ontruimingsdatum al vooruit geschoven. De huurder heeft met het indienen van een verzoekschrift dus alles te winnen en niets te verliezen.
Dit geldt overigens alleen voor kantoor- en andere bedrijfspanden, zoals loodsen. Voor winkels en horeca gelden andere –verdergaande – beschermingsregels.
In de praktijk
Onlangs deed de Rechtbank Rotterdam een interessante uitspraak over de ontruiming van een bedrijfspand. Het ging om een berging/opslagruimte.
De huurder in deze zaak heeft op 22 februari 2020 een verzoekschrift ingediend, waarin hij verzoekt om verlenging van de ontruimingstermijn tot 30 oktober 2021. Tussen partijen staat echter niet vast of het wel gaat om een bedrijfsruimte in de zin van 7:230a. Daarom heeft de huurder op 23 december 2020 een nieuw verzoekschrift ingediend, waarin hij wederom verzoekt om de ontruimingstermijn te verlengen, dit keer tot 31 oktober 2021, onder de voorwaarde dat in de eerste procedure onherroepelijk is beslist dat er sprake is van bedrijfsruimte als bedoeld in artikel 7:230a BW.
De kantonrechter concludeert dat er sprake is van identieke verzoeken. Nu de kantonrechter in eerste instantie inhoudelijk had gereageerd op het verzoek van huurder, heeft dit tot gevolg dat het recht van huurder om deze tweede rechtsvordering in te stellen teniet is gegaan. Het feit dat huurder zijn verzoek onder een voorwaarde heeft ingediend, maakt dit niet anders. Huurder wordt niet-ontvankelijk verklaard en de ontruimingsdatum blijft staan op 30 oktober 2021.
Advies & Contact
Heeft u vragen over huren van een kantoor of andere bedrijfsruimte? Neem contact op met één van onze gespecialiseerde juristen!
iOS touchscreen gebruikers: Voor delen 2 keer tikken