HOME / ONLINE PRODUCTEN / Nextendum Nieuws / Nieuwsbericht
Werknemer bedenkt zich; is de bedenktermijn van de vaststellingsovereenkomst verlopen?
05-01-2022 | Als een dienstverband met wederzijds goedvinden wordt beëindigd, leggen werkgever en werknemer de gemaakte afspraken meestal vast in een vaststellingsovereenkomst. Artikel 7:670b lid 2 BW bepaalt dat indien de arbeidsovereenkomst door middel van een schriftelijke overeenkomst wordt beëindigd, de werknemer het recht heeft deze overeenkomst zonder opgaaf van redenen, binnen veertien dagen na de datum waarop de overeenkomst tot stand is gekomen, door een schriftelijke aan de werkgever gerichte verklaring te ontbinden.
Wanneer gaat deze bedenktermijn van 14 dagen precies lopen?
Deze vraag stond centraal in een recente uitspraak van de Rechtbank Noord-Holland.
In deze zaak is de werknemer al 15 jaar in dienst bij werkgever als partijen afspreken om het dienstverband te beëindigen. De beëindiging wordt vastgelegd in een vaststellingsovereenkomst. De gemachtigde van de werknemer stuurt op 1 maart 2021 een mail aan werkgever, waarin hij enkele voorwaarden noemt waaronder de werknemer akkoord wil gaan met de aangeboden deal. De gemachtigde geeft ook aan dat werknemer in principe akkoord gaat met een datering van de vaststellingsovereenkomst op 26 februari 2021, zodat de opzegtermijn daarmee verkort kan worden.
Werknemer ontbindt vaststellingsovereenkomst
Op 15 maart 2021 ontbindt de werknemer de vaststellingsovereenkomst met een beroep op de wettelijke bedenktermijn van 14 dagen. De werkgever geeft aan dat wat haar betreft de bedenktermijn al verstreken is, aangezien de vaststellingsovereenkomst is gedateerd op 26 februari 2021 en vanaf die datum de bedenktermijn is gaan lopen. De werknemer verzet zich daartegen en spant een kort geding aan. Daarin vordert zij dat de werkgever alsnog haar verplichtingen uit de arbeidsovereenkomst nakomt, zoals het betalen van achterstallig salaris.
Wettelijke bedenktermijn
In deze zaak gaat het om de vraag wanneer de wettelijke bedenktermijn is gaan lopen. De rechter grijpt terug op vaste rechtspraak, waaruit blijkt dat de bedenktermijn begint te lopen indien er schriftelijk overeenstemming is bereikt over de essentialia van de overeenkomst. Dit hoeft niet gelijk te zijn aan de datum van ondertekening. Uit de gang van zaken en de e-mailcorrespondentie tussen de gemachtigden van partijen volgt dat partijen op 1 maart 2021 over alle van belang zijnde punten overeenstemming hebben bereikt. Dat is dan ook de datum waarop de wettelijke bedenktermijn is gaan lopen.
Uitspraak rechter
De werkgever wordt veroordeeld tot het betalen van achterstallig salaris en tot wedertewerkstelling van de werknemer. Deze uitspraak bevestigt dat de rechtspraak kijkt naar de datum waarop partijen feitelijk schriftelijk overeenstemming hebben bereikt. Deze datum hoeft dus niet synchroon te lopen met de datum van de daadwerkelijke ondertekening van de vaststellingsovereenkomst.
Contact en advies
Heeft u vragen over het sluiten van een vaststellingsovereenkomst en de wettelijke bedenktermijn? Neem dan contact op met onze gespecialiseerde juristen.
iOS touchscreen gebruikers: Voor delen 2 keer tikken