HOME / ONLINE PRODUCTEN / Nextendum Nieuws / Nieuwsbericht
Nieuw Handboek Loonheffingen
De Belastingdienst heeft een nieuwe bijgewerkte versie van het Handboek Loonheffingen beschikbaar gesteld. Het handboek is hier te downloaden via onderstaande link.
De wijzigingen ten opzichte van de vorige versie van 1 juli 2019 hebben wij hieronder opgenomen. De oranje tekst is het gedeelte van de betreffende paragraaf dat gewijzigd is.
Paragraaf 4.12.1 Voordelen buiten de dienstbetrekking
Bij de bepaling wat tot loon hoort, is toegelicht hoe moet worden omgegaan met bezorgkosten bij kleine geschenken.
Nieuwe tekst van paragraaf 4.12.1
Als u een werknemer een vergoeding, verstrekking of terbeschikkingstelling geeft die buiten de relatie werkgever-werknemer valt, is dat geen loon. Er is dan namelijk geen verband met de dienstbetrekking.
Voorbeeld
Uw werknemer is ziek en u geeft hem een fruitmand. Of uw werknemer is overleden en u stuurt zijn nabestaanden een rouwkrans. U doet dit uit wellevendheid, sympathie of piëteit op grond van een persoonlijke relatie en niet zozeer op basis van de relatie werkgever-werknemer. Daarom is er geen sprake van loon.
Als u aan de volgende 3 voorwaarden voldoet, kunt u ervan uitgaan dat uw kleine geschenk (attentie) geen loon is:
- U geeft een persoonlijke attentie in situaties waarin ook anderen zo’n attentie zouden geven.
- U geeft geen geld of een waardebon.
- De factuurwaarde (inclusief btw) van de attentie is maximaal € 25. U hoeft eventuele bezorgkosten niet mee te tellen als die kosten op de factuur zijn gespecificeerd of apart zijn gefactureerd.
Paragraaf 6.2.1 Wanneer werkgeversheffing Zvw betalen?
Aan de paragraaf is toegevoegd dat de werkgeversheffing Zvw van 6,95% ook van toepassing is op uitkeringen op grond van een regeling voor vervroegd uittreden (RVU-uitkeringen) die kwalificeren als loon uit tegenwoordige arbeid.
Nieuwe tekst van paragraaf 6.2.1
De hoofdregel is dat u een werkgeversheffing Zvw van 6,95% moet betalen over het loon uit tegenwoordige dienstbetrekking van uw werknemer tot een maximumbijdrageloon van € 55.927. U betaalt de werkgeversheffing Zvw aan ons via de aangifte loonheffingen.
De werkgeversheffing Zvw van 6,95% is ook van toepassing op:
- het loon uit vroegere dienstbetrekking dat u betaalt tot en met het einde van de maand waarin de werknemer de AOW-leeftijd bereikt. In 2019 is de AOW-leeftijd 66 jaar en 4 maanden.
- uitkeringen op grond van een regeling voor vervroegd uittreden (RVU-uitkeringen) die kwalificeren als loon uit tegenwoordige arbeid
- FLO-uitkeringen, gedurende maximaal 24 maanden
- Een FLO-uitkering is een uitkering voor werknemers die functioneel leeftijdsontslag (FLO) krijgen. Zij stoppen dan eerder met werken en krijgen van u een FLO-uitkering tot het moment waarop ze anders gestopt zouden zijn met werken. Betaalt u de FLO-uitkering langer dan 24 maanden, dan betaalt u daarover vanaf de 25e maand geen werkgeversheffing meer, maar houdt u bijdrage Zvw in
- periodieke uitkeringen in verband met invaliditeit, ziekte of een ongeval waarop uw werknemer op grond van de cao of de arbeidsovereenkomst recht heeft de werkgeversheffing Zvw die u betaalt, is geen loon van uw werknemer.
Paragraaf 6.2.2 Wanneer bijdrage Zvw inhouden?
Nieuw is dat de bijdrage Zvw van 5,70% ingehouden moet worden op (pre)pensioenuitkeringen en RVU-uitkeringen die kwalificeren als loon uit vroegere arbeid, zoals FLO-uitkeringen vanaf de 25e maand dat u deze betaalt.
Nieuwe tekst van paragraaf 6.2.2
U houdt de bijdrage Zvw in voor bepaalde uitkeringsgerechtigden en ex-werknemers. U houdt de bijdrage Zvw van 5,70% in op:
- het loon uit vroegere dienstbetrekking van (ex-)werknemers en uitkeringsgerechtigden die de AOW leeftijd hebben bereikt. Dit geldt vanaf de eerstvolgende kalendermaand nadat de werknemer of uitkeringsgerechtigde de AOW leeftijd heeft bereikt.
- bepaalde wettelijke pensioenen
Het gaat bijvoorbeeld om pensioenen op grond van de Toeslagwet Indonesische Pensioenen 1956 en de Garantiewet Surinaamse Pensioenen.
- lijfrenten, uitkeringen aan verzetsstrijders en oorlogsslachtoffers en uitkeringen van
- beroepspensioenfondsen
- periodieke uitkeringen ter vervanging van gederfd of te derven loon: stamrechtuitkeringen (zie ook paragraaf 19.3)
- (pre)pensioenuitkeringen en RVU-uitkeringen die kwalificeren als loon uit vroegere arbeid, zoals FLO uitkeringen vanaf de 25e maand dat u deze betaalt (zie paragraaf 6.2.1)
- periodieke uitkeringen in verband met invaliditeit, ziekte of een ongeval die niet zijn opgenomen in de cao of de arbeidsovereenkomst
- lijfrente-uitkeringen aan minderjarigen en meerderjarigen en uitkeringen uit een lijfrentespaarrekening of uit een lijfrentebeleggingsrekening
- U houdt de bijdrage Zvw van 5,70% ook in op het loon uit tegenwoordige dienstbetrekking van:
- pseudowerknemers (opting-in)
- directeuren-grootaandeelhouders die niet verplicht verzekerd zijn voor de werknemersverzekeringen (zie paragraaf 16.1.1)
U houdt de bijdrage Zvw in op het nettoloon tot een maximumbijdrageloon van € 55.927.
U betaalt de bijdrage aan ons via de aangifte loonheffingen.
Let op! Voor werknemers met een Nederlandse (pensioen)uitkering die niet in Nederland wonen, gelden bijzondere regels (zie paragraaf 18.3.3).
Paragraaf 10 Gegevens op de loonstrook
De gegevens die op de loonstrook vermeld moeten worden op de loonstrook is gewijzigd.
Nieuwe tekst van paragraaf 10
U moet op de loonstrook verplicht de volgende gegevens vermelden:
- het brutoloon in geld
- de gespecificeerde samenstelling van het bruto- of het nettoloon, bijvoorbeeld basisloon, garantieloon, prestatiebeloning, provisie, overwerkgeld, toeslagen, premies, gratificaties en opnamen uit het levenslooptegoed
- de gespecificeerde bedragen die u op het loon hebt ingehouden of ermee hebt verrekend, zoals
- de inhouding van de pensioenpremie, de premie PAWW of bijdragen voor bedrijfschappen, de
- werknemersbijdrage voor het privégebruik auto, de loonbelasting/premie volksverzekeringen, de
- inkomensafhankelijke bijdrage Zvw en loonbeslag
- de wettelijke minimumvakantiebijslag waar de werknemer recht op heeft
- het aantal uren dat de werknemer werkt op basis van de arbeidsovereenkomst
- de periode waarover u het loon hebt betaald (het loontijdvak)
- het wettelijk minimumloon of minimumjeugdloon dat voor de werknemer geldt
- uw naam en de naam van de werknemer of uitkeringsgerechtigde
- als u de loonstrook ook als jaaropgaaf gebruikt (zie hoofdstuk 13): de verplichte gegevens van de jaaropgaaf
Paragraaf 13.3 Verplichte gegevens op de jaaropgaaf 2019
Vanaf de jaaropgave 2019 is het niet meer verplicht de adresgegevens van de werknemer op de jaaropgave te vermelden.
Nieuwe tekst van paragraaf 13.3
Op de jaaropgaaf moet in ieder geval het volgende staan:
- naam van de werknemer
- naam van de werkgever
- het loon voor de loonbelasting/volksverzekeringen dat de werknemer in 2019 heeft gekregen (kolom 14 van de loonstaat)
- Als er sprake is van gage in de zin van de artiesten- en beroepssportersregeling, telt u hier het bedrag van de kleinevergoedingsregeling en de kostenvergoedingsbeschikking (kolom 7 van de loonstaat) bij op.
- Zie voor meer informatie de ‘Handleiding Loonheffingen artiesten- en beroepssportersregeling’. U kunt de handleiding voor 2019 in de loop van het jaar downloaden van belastingdienst.nl.
- de loonbelasting/premie volksverzekeringen die u hebt ingehouden (kolom 15 van de loonstaat)
- het totaalbedrag van de arbeidskorting die u hebt verrekend (kolom 18 van de loonstaat)
- het burgerservicenummer van de werknemer
- het loon voor de Zvw (kolom 12 van de loonstaat)
- het totaalbedrag van de levensloopverlofkorting die u hebt verrekend (kolom 19 van de loonstaat)
- of u bij de berekening van de loonbelasting/premie volksverzekeringen rekening hebt gehouden met de loonheffingskorting en per wanneer
- de bijdrage Zvw die u hebt ingehouden op het nettoloon van de werknemer (kolom 16 van de loonstaat)
- de werkgeversheffing Zvw
- Dit is het bedrag voor de Zvw dat voor uw rekening is en dat u aan ons betaalt.
- het totaal van de premies werknemersverzekeringen
- Dit is het totale bedrag dat u voor de werknemer betaalt aan premies werknemersverzekeringen. U vult hier geen premie in voor een eventuele particuliere verzekering. En u houdt geen rekening met de WGA premie die u eventueel op de werknemer hebt verhaald. Valt de werknemer niet onder het Nederlandse socialezekerheidsstelsel, dan vult u hier niets in.
Paragraaf 26.1.1
Bij overname van een onderneming is het woord ‘meestal’ toegevoegd aan de zin: ‘Bij een doorstart of overname na een faillissement is er meestal geen sprake van overname van een onderneming.’
Bron: Handboek Loonheffingen
iOS touchscreen gebruikers: Voor delen 2 keer tikken