HOME  / ONLINE PRODUCTENNextendum Nieuws / Nieuwsbericht

Fiscus kan bijdragen aan studietoelage voor kinderen van werknemers

Mede vanwege het huidige sociaal leenstelstel komen de studiekosten van studenten regelmatig in het nieuws. Het gaat dan doorgaans om de door deze studenten opgebouwde studieschuld. Naast het feit dat de studenten zelf kunnen voorzien in een inkomen door middel van een “bijbaantje” kunnen ook anderen een bijdrage leveren. In de Nieuwsbrief loonheffingen 2019 besteedt de Belastingdienst aandacht aan de mogelijkheden die werkgevers hebben om belastingvrij bij te dragen in de studiekosten van de kinderen van hun werknemers. In de nieuwsbrief worden de volgende mogelijkheden genoemd:

  1. De werkgever geeft een vergoeding aan de werknemer voor het studiegeld van zijn/haar kind(eren);
  2. De werkgever kent een toelage toe aan het kind van de werknemer;
  3. De werkgever richt een studiefonds op.

In deze Nextendum bespreken we deze mogelijkheden

1.         De werkgever geeft een vergoeding aan de werknemer voor het studiegeld van zijn/haar kinderen.

Als een werkgever ervoor kiest om aan zijn/haar werknemer een studietoelage voor de kinderen toe te kennen maakt die studietoelage deel uit van het loon van de werknemer. In beginsel moet de werkgever daarover loonbelasting inhouden. De werkgever kan er echter ook voor kiezen om de studietoelage binnen de zogenoemde werkkostenregeling aan te wijzen als eindheffingsbestanddeel. De werkkostenregeling biedt de werkgever de mogelijkheid om tot een bedrag van 1,2% van de voor hem geldende fiscale loonsom belastingvrij vergoedingen en verstrekkingen aan zijn werknemer toe te kennen. Dit is de zogenoemde “vrije ruimte”. Voor zover deze nog niet is benut voor andere vergoedingen kan deze worden gebruikt voor het toekennen van een belastingvrije studietoelage.

2.         De werkgever kent een toelage toe aan het kind van de werknemer

Inden de werkgever geen vrije ruimte beschikbaar heeft of deze niet voor het toekennen van een studietoelage wenste te gebruiken bestaat ook de mogelijkheid om de studietoelage rechtstreeks aan het kind van de werknemer toe te kennen. In dat geval wordt de toelage aangemerkt als loon van het kind. In beginsel moet de werkgever dan op basis van de groene tabel loonheffing inhouden op de studietoelage. Indien de studietoelage echter niet hoger is dan € 6.759 (2019) en het kind er voor kiest om de loonheffingskorting toe te passen bij deze werkgever blijft inhouding echter achterwege. De verschuldigde loonheffing is dan lager dan het totaal van de van toepassing zijnde heffingskortingen. Indien gebruik wordt gemaakt van deze mogelijkheid kan het kind de loonheffingskortingen niet meer toepassen met betrekking tot een eventueel bijbaantje, zodat over die inkomsten wel of in ieder geval meer belasting is verschuldigd.

3.         De werkgever richt een studiefonds op

Naast de hiervoor genoemde mogelijkheden bestaat ook nog de mogelijkheid voor de werkgever om een zogenoemd studiefonds op te richten. Uit dit studiefonds kunnen vervolgens uitkeringen worden gedaan. Deze uitkeringen zijn belastingvrij indien aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

  • Het gaat niet om uitkeringen en verstrekkingen voor adoptie en overlijden, voor ziekte, invaliditeit en bevalling;
  • De werknemer heeft geen vrijgestelde aanspraak op de uitkeringen of verstrekkingen;
  • Werknemers die aan het fonds bijdragen, hebben de laatste 5 jaar gezamenlijk minstens evenveel bijgedragen als de werkgever. Indien het fonds nog geen 5 jaar bestaat wordt uitgegaan van de periode vanaf de oprichting tot het jaar waarin de uitkering wordt gedaan.

Uit bovenstaande voorwaarden volgt dat zowel de werkgever als de werknemer stortingen moeten doen in het studiefonds. De werkgever kan de storting door de werknemer inhouden op het nettoloon van de werknemer. De bijdrage die de werknemer aan het studiefonds doet kan dus niet in mindering worden gebracht op het belaste loon.

De werkgever die gebruik wil maken van bovenstaande mogelijkheden doet er goed aan om zich uitvoerig te laten adviseren bij de uitvoering daarvan. Dit geldt in het bijzonder indien hij een studiefonds op wil richten.

mr. E. (Bert) Alink RB
belastingadviseur

06 20 74 59 26
e.alink@extendum.nl

iOS touchscreen gebruikers: Voor delen 2 keer tikken