HOME / ONLINE PRODUCTEN / Nextendum Nieuws / Nieuwsbericht
Dreigen met de tuchtrechter
19-01-2021 | In het nieuwjaarsinterview met Sandra Schreuder, voorzitter van de Accountantskamer in Zwolle, waarin zij onder meer spreekt over de te verwachten toename van het aantal tuchtzaken vanwege de verantwoording van de Covid-steunregelingen en de rol van de accountant daarbij, stipt zij ook de toename van klachten van curatoren aan.
Zij geeft aan dat veel curatoren denken dat met een gegronde klacht van de Accountantskamer, de aansprakelijkheid van een accountant vastgesteld kan worden.
Dat is overigens een misvatting en bovendien niet de taak van de Accountantskamer. Een civiele rechter zal in een eventuele (vervolg)zaak altijd de aansprakelijkheid op basis van eigen civiele regelgeving en merites tot een zelfstandig oordeel komen. Voor wat betreft de vastgestelde feiten, kan het wel een rol spelen.
Er wordt, aldus de voorzitter, soms ook gedreigd met het indienen van een klacht om maar geld in de boedel te krijgen. Zij voegt er aan toe dat als er werkelijk sprake is van een klacht dat die natuurlijk moet worden behandeld. Maar als met een schot hagel wordt geschoten, zij dat ‘ingewikkelder’ vindt. Ik snap dat zij zich zo diplomatiek uitdrukt, maar eigenlijk is dat misbruik van het tuchtrecht. Net zoals het dreigen met of het daadwerkelijk indienen van een faillissementsaanvraag alleen om één bepaalde vordering van een partij – die verder niet in de financiële problemen zit – te innen, misbruik van faillissementsrecht kan opleveren.
Het tuchtrecht is daarvoor evenmin voor bedoeld, maar levert soms dus wel een aardige bijvangst op. Er is immers in elk dossier wel iets te vinden, wat – achteraf – beter had gekund. De betrokken accountant wordt in voorkomend geval echter wel opgezadeld met een vol te voeren verweer. Met alle energie, tijd, kosten en wellicht tot enig risico tot een maatregel, die daarmee gemoeid gaan.
Ook de juristen van Extendum worden regelmatig geconfronteerd met dossiers, waarin een – voormalige – cliënt van een accountant, dreigt met het indienen van een tuchtklacht. En vaak op het moment dat de cliënt (voor de zoveelste maal) wordt aangemaand voor het niet voldoen van facturen die er – soms al heel lang – liggen en tot dan toe nimmer zijn betwist, puur om onder de betaling van de nota uit te komen.
Er wordt dan één of ander pietluttig akkefietje uit de hoge hoed gehaald, wat tot dan toe nooit speelde en vervolgens wordt daarmee gedreigd om een klacht in te dienen. Gevolg is dat de accountant haast wordt gedwongen een afweging te maken om òf de vordering maar te laten lopen òf het risico te nemen, zich bij de tuchtrechter te verantwoorden voor een – er met de haren bijgesleepte – klacht, een en ander uiteraard afhankelijk van de hoogte van de betrokken vordering. Want, zoals de voorzitter ook terecht aangeeft zal elke klacht moeten worden behandeld, maar frustrerend is het wel. Mijn advies is dan de verjaringstermijnen maar eens te controleren en de ‘dreigmail’ van de cliënt goed te bewaren, zodat in ieder geval de kwade intenties kunnen worden geduid.
Het lijkt inderdaad niet makkelijk om dit soort oneigenlijke zaken – in mijn ogen misbruik – tegen te gaan. Maar het zou op de een of andere manier wel moeten meewegen of tot uitdrukking moeten komen in de beslissing van de Accountantskamer.
iOS touchscreen gebruikers: Voor delen 2 keer tikken