HOME / ONLINE PRODUCTEN / Nextendum Nieuws / Nieuwsbericht
Samenloop van schenkbelasting en erfbelasting
28-10-2022
Schenkingen in hetzelfde kalenderjaar
Schenkingen die in hetzelfde kalenderjaar door een schenker aan dezelfde begiftigde worden gedaan worden voor de berekening van de verschuldigde schenkbelasting bij elkaar opgeteld. De voor de schenkbelasting geldende vrijstelling wordt in het kalenderjaar dan op het totale bedrag van de schenking in mindering gebracht. Deze regel levert doorgaans geen problemen op, omdat de aangifte schenkbelasting pas hoeft te worden gedaan na afloop van het kalenderjaar.
Schenkingen binnen 180 dagen voorafgaande aan het overlijden
Schenkingen die zijn gedaan binnen 180 dagen voorafgaande aan het overlijden van een schenker worden bij wege van fictie ook in aanmerking genomen als een verkrijging krachtens erfrecht. Over deze fictieve verkrijging is dan, samen met de verkrijging als erfgenaam of in de vorm van een legaat, erfbelasting verschuldigd. Om dubbele heffing te voorkomen is in de Successiewet 1956 geregeld dat de over de schenking verschuldigde schenkbelasting wordt verrekend met de verschuldigde erfbelasting. Ook deze regel levert doorgaans geen problemen op. Dit wordt echter anders indien de schenker in een kalenderjaar twee schenkingen heeft gedaan en waarbij er slechts één heeft plaatsgevonden binnen 180 dagen voorafgaande aan het overlijden.
Verrekening schenkbelasting
Recent is door Rechtbank Noord-Nederland een uitspraak gedaan over een dergelijke casus. De erflater in die casus had op 1 januari 2019 een bedrag van € 5.363 geschonken aan een kind. Op 15 december 2019 schonk erflater nog een bedrag van € 124.726. De totale schenking bedroeg daarmee € 130.089. Hierover was, na aftrek van de vrijstelling van € 5.429, een bedrag van € 12.465 aan schenkbelasting verschuldigd. Op 4 februari 2020 overleed de schenker. Het kind verkreeg een waarde van € 247.955 uit de nalatenschap van de erflater. Voor de berekening van de verschuldigde erfbelasting werd dit bedrag verhoogd met de schenking die op 15 december 2019 had plaatsgevonden. Het totaal van de verkrijging voor de erfbelasting bedroeg daarmee € 372.682. Na aftrek van de geldende vrijstelling van € 20.946 was hierover een bedrag van € 57.674 aan erfbelasting verschuldigd. De inspecteur verminderde dit bedrag met een bedrag van € 11.952 aan schenkbelasting. Het kind was het hier niet mee eens. Naar zijn mening was de schenking die op 1 januari 2019 had plaatsgevonden vrij van schenkbelasting, want lager dan de geldende vrijstelling. De schenkbelasting die naar aanleiding van de schenking op 15 december 2019 was geheven diende volledig te worden verrekend.
Oordeel rechtbank
Volgens de rechtbank was het gelijk aan de inspecteur. Van het geheven bedrag aan schenkbelasting moest 124.726/130.089 * € 12.465 = € 11.952 worden toegerekend aan de schenking van 15 december 2019.
iOS touchscreen gebruikers: Voor delen 2 keer tikken