HOME  / ONLINE PRODUCTENNextendum Nieuws / Nieuwsbericht

Lessen uit de tuchtrechtspraak III

Deze week geven attenderen wij u op een voorbeeld van een tuchtzaak waarbij de bedreiging van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid aan de orde komt. Wij geven advies om te voorkomen dat u in eenzelfde situatie terechtkomt.

Casus

Een accountantskantoor verricht in de jaren 2011 tot en met 2014 voor een groep van drie gelieerde BV’s onder meer administratieve dienstverlening en verzorgt de aangiften omzetbelasting. Daarnaast stelt het accountantskantoor de jaarrekeningen over de jaren 2012 en 2013 samen.

De BV’s zijn actief in projectontwikkeling. Naast de drie BV’s hebben de aandeelhouders een VOF die zich ook bezig houdt met projectontwikkeling. Deze VOF en de aandeelhouders zijn in 2012 failliet verklaard. De betrokken accountant was hiermee bekend.

De aangiften omzetbelasting worden gedaan op basis van de aangeleverde facturen en zonder dat het accountantskantoor beschikt over de bankafschriften van de drie BV’s. De betrokken accountant bemoeit zich over het algemeen niet met het verwerken van de administraties van cliënten. Bij alle drie de BV’s is sprake van een oplopende crediteurenstand (met uitzondering van één BV in 2013), met name in 2014, terwijl in dezelfde periode weinig tot geen omzet wordt gerealiseerd. Bij de BV’s is sprake van een slechte financiële positie.

Het slechte betalingsgedrag van zijn cliënten is voor de betrokken accountant aanleiding om de jaarrekening over 2014 niet meer samen te stellen, maar alleen de administratie nog te verwerken voor zover nodig om de aangiften omzetbelasting te kunnen doen.

Bij een strafrechtelijk onderzoek in 2015 door de Belastingdienst/FIOD bij de drie BV’s blijken in de administraties tientallen valse (hoge) facturen te zijn opgenomen.

Oordeel van de accountantskamer:

Naast het antwoord op de vraag of de betrokken accountant had moeten berusten in het feit dat hij pas na lange tijd de beschikking kreeg over de bankafschriften, is de Accountantskamer van oordeel dat de medewerkers van het accountantskantoor te weinig vragen hebben gesteld bij de facturen die zij verwerkten, mede gezien de hoogte van de facturen afgezet tegen de uitblijvende omzet. Uit interne notities blijkt weliswaar dat medewerkers van het accountantskantoor vragen hebben gesteld bij diverse facturen, maar het in deze notities opgenomen overzicht is slechts summier en ziet op relatief kleine bedragen.

De Accountantskamer acht in deze klachtzaak de maatregel van waarschuwing passend en geboden. De betrokken accountant heeft gedurende een aantal jaren signalen die rezen rond facturen van zijn cliënten die vragen hadden moeten oproepen, genegeerd. Verder heeft de betrokken accountant zijn medewerkers onvoldoende geïnstrueerd en begeleid, waardoor zij niet in staat zijn gebleken hun werkzaamheden uit te voeren op de wijze die van hen mocht worden verwacht. Daardoor heeft de betrokken accountant gehandeld in strijd met het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid. Anderzijds is meegewogen dat de betrokken accountant inmiddels medewerkers met meer ervaring heeft aangetrokken en op de zitting heeft verklaard dat hij uit het gebeurde lering heeft getrokken en zijn werkwijze heeft aangepast. Daar komt bij dat aan de betrokken accountant niet eerder een tuchtrechtelijke maatregel is opgelegd.

Adviezen:

Herken in dit soort situaties de mogelijke bedreiging van uw vakbekwaamheid en zorgvuldigheid en handel naar bevind van zaken:

  • zorg voor duidelijke instructies binnen uw kantoor voor het verwerken van financiële administraties en het verzorgen van aangiften omzetbelasting;
  • houd voldoende toezicht op het verwerken van de financiële administraties en het verzorgen van de aangiften omzetbelasting.

D.G. (Dick) Lokerse AA
adviseur vaktechniek accountancy

06 20 93 33 87
d.lokerse@extendum.nl

iOS touchscreen gebruikers: Voor delen 2 keer tikken