HOME  / ONLINE PRODUCTENNextendum Nieuws / Nieuwsbericht

De accountant en de Wwft-verplichtingen

Deze week attenderen wij u op twee rechtszaken inzake de verantwoordelijkheid voor de meldplicht en onderzoekplicht in het kader van de Wwft.

Wie is hiervoor verantwoordelijk? De accountant/belastingadviseur persoonlijk of het kantoor?

Casus 1

De verdachte is via een holding bestuurder van een accountantskantoor.  Uit bewijsmiddelen blijkt dat door het kantoor drie transacties zijn verricht waarbij telkens contante betalingen werden ontvangen van € 15.000 en meer. Op grond van de objectieve meldindicator had het kantoor deze transacties moeten melden, maar heeft dit niet gedaan.

De rechtbank overweegt dat dit niet melden van deze ongebruikelijke transacties moet worden toegerekend aan het kantoor. De volgende vraag is of verdachte feitelijk leiding heeft gegeven aan deze overtreding van de Wwft. De rechtbank overweegt daartoe dat verdachte volledig kan worden vereenzelvigd met het kantoor, omdat hij als enige persoon daarbij direct betrokken was in de ten laste gelegde periode. Dit betekent dat hij de enige was die bevoegd en gehouden was om te voldoen aan de meldplicht. Verdachte heeft ook erkend dat hij de enig bevoegde was en het melden heeft nagelaten.

Gelet op het voorgaande oordeelt de rechtbank dat verdachte als feitelijk leidinggever opzettelijk in strijd heeft gehandeld met de in de Wwft bedoelde meldplicht.

Uit het dossier blijkt dat het kantoor geen cliëntenonderzoek heeft gedaan. De rechtbank overweegt dat dit handelen redelijkerwijs aan het kantoor moet worden toegerekend, omdat sprake is van een gedraging die tot de normale taakuitoefening van de rechtspersoon behoorde en de rechtspersoon kon erover beschikken of de gedraging al dan niet zou plaatsvinden.

Omdat de verdachte volledig kan worden vereenzelvigd met het kantoor, betekent dit dat hij de enige was die bevoegd en gehouden was om te voldoen aan de verplichting cliëntenonderzoek te verrichten. Verdachte heeft dan ook feitelijk leiding gegeven aan deze overtreding van de Wwft.

Vonnis van de rechtbank:

  • Opzettelijke overtreding van de meldplicht door het kantoor, onder feitelijke leiding van verdachte;
  • Opzettelijke overtreding van de plicht tot cliëntenonderzoek door het kantoor, onder feitelijke leiding van verdachte.
  • Veroordeling tot een geldboete ter hoogte van € 7.000,00, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis voor de tijd van 70 dagen.

(Uitspraak van 6 juni 2019)

Casus 2

De verdachte is een belastingadviseur die als maat participeert in een accountantskantoor (een maatschap).

In de casus is aan de verdachte ten laste gelegde dat hij als belastingadviseur zelfstandig onafhankelijk beroepsactiviteiten uitoefent en daarbij, bij het afsluiten van een vaststellingovereenkomst, opzettelijk in strijd heeft gehandeld met de in de Wwft bedoelde meldplicht.

De meldingsplichtige instelling is de natuurlijke persoon, rechtspersoon of vennootschap die als belastingadviseur of accountant zelfstandig onafhankelijk beroepsactiviteiten uitoefent, dan wel de natuurlijke persoon, rechtspersoon of vennootschap, voor zover hij/zij anderszins zelfstandig onafhankelijk daarmee vergelijkbare activiteiten beroeps- of bedrijfsmatig verricht (artikel 1a lid 4 sub a en b Wwft).

De memorie van toelichting van 23 april 2012 bij de wijziging van de Wwft geeft onder meer aan dat het kantoor en de natuurlijke persoon die zelfstandig optreedt degenen zijn die bestuursrechtelijk worden aangesproken kunnen worden op ontoereikend beleid inzake bijvoorbeeld het melden van ongebruikelijke transacties, of het in concrete gevallen nalaten om meldingen van ongebruikelijke transacties te doen.

Uit het dossier blijkt dat de verdachte weliswaar zijn beroepsactiviteiten als belastingadviseur uitoefende, maar dat het accountantskantoor voor zijn activiteiten factureerde.

Vonnis van de rechtbank:

Gelet op

  • het genoemde in de memorie van toelichting en
  • het feit dat het accountantskantoor de werkzaamheden factureerde

concludeert de rechtbank dat verdachte niet kan worden aangemerkt als een belastingadviseur die ‘zelfstandig onafhankelijk’ beroepsactiviteiten heeft uitgeoefend. Verdachte was daarom geen instelling in de zin van de Wwft en er rustte dus geen verplichting op hem om de in de tenlastelegging vermelde transactie te melden.

De meldplicht rustte op de maatschap. Die kan strafrechtelijk worden vervolgd.

De rechtbank spreekt de verdachte dan ook vrij.

(uitspraak van 30 juni 2016)

Conclusie

Wie is strafrechtelijk aansprakelijk?

Bij eenmanszaak is dit de accountant/belastingadviseur.

Bij maatschappen, vennootschappen onder firma, BV’s en andere samenwerkingsverbanden is het kantoor strafrechtelijk aansprakelijk, tenzij de natuurlijke persoon volledig kan worden vereenzelvigd met het kantoor, bijvoorbeeld bij een BV-structuur waarbij de accountant/belastingadviseur enig (middellijk) aandeelhouder en enig bestuurder is.

NB Dit neemt niet weg dat de accountant/belastingadviseur tuchtrechtelijk aansprakelijk kan worden gesteld voor het niet nakomen van de meldingsplicht, ook al is het kantoor in voorkomende gevallen strafrechtelijk aansprakelijk voor het niet nakomen van de meldingsplicht.

D.G. (Dick) Lokerse AA
adviseur vaktechniek accountancy

06 20 93 33 87
d.lokerse@extendum.nl

iOS touchscreen gebruikers: Voor delen 2 keer tikken